Vreemde lentekriebels
Dat vreemde natuurlijke proces van verandering en ontluiken in de natuur en ook in mijzelf, komt ieder jaar weer opzetten. Buiten hoor ik al vroeg vogels zingen en in de tuin steken allerlei voorjaarsbloemetjes hun kop al boven de grond. Het lentegevoel begint bij mij zelf zomaar ergens in mijn gedachten te ontstaan, als een soort lentekriebel, waaraan ik geen weerstand kan bieden. Vaak gaat dat gepaard met een onverklaarbare opruimwoede. Niet te begrijpen omdat ik helemaal niet zo van opruimen houd. Ik gebruik mijn vele kastdeuren liever om van alles achter te verbergen. Zo’n kastdeur sluiten geeft mij meestal al een opgeruimd gevoel, maar in die kasten kun je van alles tegenkomen, als je van sneupen houdt.
Op mijn knieën lig ik voor de grote kast in de huiskamer. Mijn handen bewegen tussen en achter het servies, het glaswerk, de vele vazen en andere spullen, die daar op en onder de planken zijn opgeborgen. Ik heb me voorgenomen om vandaag te gaan opruimen. In een mooi stukje keukenrol verpakt vind ik de bronzen kribbe uit de kerststal. En ook keurig ingepakt staat hier ergens mijn mooie, tere glazen kerstengeltje. Ik schuif ze even aan de kant, want in plaats van Kerst is het nu bijna Pasen. Hier en daar vind ik een voorwerp dat naar de bazar kan van een school in de buurt. Ik leg die dingen even apart. Dat ruimt al mooi op. Helemaal onderin de kast staat een mandje met kleine vogeltjes, een schaal met marmeren eieren en ook andere paasfiguurtjes. Ik haal ze voorzichtig tevoorschijn. De zware schaal met eieren plaats ik bij de openhaard. De paasfiguurtjes komen op de lage kast. Zo verandert de sfeer in de kamer al een beetje door de vrolijke kleuren.
Voorzichtig trek ik dan een oude rozenbowl uit de kast naar voren. Ik heb hem nog nooit gebruikt. Na de dood van mijn moeder kwam hij in mijn bezit, maar ja, zo’n ding is nu niet in de mode. Ga ik hem nu gebruiken, of kan hij straks met de andere spullen die al in de garage klaar staan naar de kringloop? De kleine vaas van kristal met ouderwetse ingeslepen figuren herinnert mij aan vroeger thuis. In de voorkamer stond hij vaak op de eikenhouten kloostertafel of op de boekenkast van een zelfde soort materiaal. Soms schikte mijn moeder daar rozen in en dan was het zondag of een andere feestdag. Een dag met vrolijkheid, een dag om met liefde aan terug te denken. Ik besluit de vaas vandaag te gebruiken, omdat de herinnering me blij maakt. Voorzichtig haal ik mijn gister gekochte witte rozen uit hun moderne vaas en snij een stukje van de steel af. Dan druk ik ze tussen de kleine openingen van het mandje op de vaas. Mijn herinneringsboeketje zet op mijn eigen tafel, die een heel andere vorm heeft dan die van vroeger thuis, maar opeens is daar hetzelfde gevoel van vrolijkheid. Een beetje feest vandaag.
Ik sluit de kastdeuren. Wat daarachter nu nog een plaats heeft gevonden, hoeft niet allemaal weg, maar er zijn nog veel andere kastdeuren in mijn huis, die binnenkort ook beslist een poosje open moeten, om mijn ogen en handen de gelegenheid te geven de inhoud te schiften. Ik ga binnenkort op mijn werkkamer beginnen, omdat ik weet, daar nog veel papierwerk ligt opgeslagen, dat wel weg kan. Voor vandaag is het wel weer even genoeg. Ik ga genieten van mijn rozenbowl, waar de zon al een beetje op wil schijnen. Kom maar op lente.