schaatsen
Ze zien er nog best redelijk uit. Het zwarte leer van de schaatsschoenen voelt wat stug aan. Daar is een flinke dot schoenpoets nodig en misschien ook wat vet voor de bruin leren beschermers van de ijzers , maar verder is er niks mis mee. Ik kan ze nog best gebruiken. Op de ijzers staat nog een deel van de reclame tekst in blauw en wit: Kungaly, made of pure Swedish steel. Ik kocht ze meer dan vijftig jaar geleden en ze vervingen destijds de Friese Noren, die van hout waren, met losse schoenen er op. Die waren nog van mijn moeder geweest. Enkele jaren geleden heb mijn Noren nog scherp laten slijpen, want als er ijs op de sloten en vaarten ligt, komen ook de kriebels. Dan moet alles klaar liggen. Heerlijk over het ijs glijden, tussen rietkragen door, langs witgerijpte struiken , langs weilanden , bruggen en schepen, die vastgevroren in het ijs langs de oevers liggen.
Met rode wangen op de fiets weer naar huis
Vandaag ben ik diep in de kast gedoken. Waar is toch die zwarte zak met mijn schaatsen gebleven? Als ik die na even zoeken tevoorschijn tover uit een kast waar ze ver weg geborgen lagen, na zoveel jaren niet in gebruik te zijn geweest, overkomt mij een vreemd gevoel van heimwee. Wat is dat een mooie tijd, strenge winters in Friesland. In mijn verbeelding gingen we in mijn jeugd elke avond met vrienden en vriendinnen naar de ijsbaan. Dikke pret, rondjes schaatsen met vrolijke muziek uit hoge masten met een luidspreker. Spanning vanwege de vraag, welk vriendje jou rond de baan zou duwen. Heerlijk zo samen rondjes draaien. En na afloop allemaal samen, met rode wangen op de fiets weer naar huis.
Er volgen herinneringen aan veel later. Mooie tochten over meren en vaarten, maar ook herbeleef ik weer die val, na een scherpe bocht, waarbij mijn schaats niet scherp genoeg was, met als gevolg een pijnlijke pols en enkele weken in een dikke laag wit gips. “ Nu ga je toch zeker nooit weer schaatsen? “, hoorde ik toen overal om me heen. Daar moest ik diep over na denken. Ik laat me niet zo snel beïnvloeden, ik wacht liever af en denk: “Laat ze maar praten, als er weer een gelegenheid is, dan ga ik weer”.
Ga ik nog een laatste keer schaatsen?
We weten nu al een paar dagen, dat het strenger gaat vriezen. Volkomen onverwacht, want het is al bijna maart. Daar is weer die spanning. Ik merk het ook aan veel jongere vrienden om me heen. Straks kunnen we weer. Wat doe ik nu? Toch weer schaatsen? Ga ik het doen of niet? Ga ik nog een laatste keer het ijs op? Ik wil toch zo graag. Het is een kwestie van wikken en wegen, want ik hoor al lang niet meer bij de jeugd en ouderdom en broze botten horen bij elkaar. Ik overdenk de wijze waarschuwingen die ik hoor over gebroken polsen , een kapotte heup en over mijn conditie die ook te wensen over laat . Daar heb je het weer, die vervelende bijkomstigheden. Ik heb ook soms zo’n hekel aan al die wijze woorden. Het maakt me vandaag juist opstandig als was ik nog een puber. Ik ga toch, denk ik dan. Ik kan het nog best. Maar er is nu ook twijfel. Bovendien weet ik, dat als je ouder wordt, je ook telkens een beetje afscheid moet nemen. Misschien moet ik een beetje moediger zijn om dat feit te kunnen aanvaarden.
Nu liggen ze, met de veters aan elkaar gebonden voor mij op de houten vloer. Mijn dierbare schaatsen. Ik begrijp het, dit is een moeilijk afscheidsmoment. Het moet maar bij herinneringen blijven. Ik voel een diepe zucht zijn weg zoeken naar binnen. Ze gaan weer terug in de tas. Misschien kan ik er over een poosje nog iemand anders blij mee maken.
Rinnie Nauta