INSPIRATIE
Vandaag voeren we een gesprek in een kleine groep. Deze groep komt regelmatig bij elkaar om te praten over zingeving en spiritualiteit . De meningen over de te bespreken onderwerpen verschillen vaak van elkaar, waardoor er interessante woordenwisselingen ontstaan. We krijgen op deze middag de vraag voorgeschoteld: “ Waardoor laat jij je inspireren?”. Er volgt een interessante discussie. Het valt dan op, hoe tijdens de gesprekken we elkaar kunnen inspireren. Iemand zegt bijvoorbeeld iets , waardoor je als het ware nieuwe inzichten krijgt, zodat ook jij weer iets waardevols kunt toevoegen aan het gesprek.
Maar wat is eigenlijk inspiratie en waar komt het vandaan? Letterlijk betekent het : inblazing, inademing. In de Griekse oudheid werd inspiratie toegeschreven aan een god of aan de muzen. Je zou dus kunnen zeggen, dat iets, dat buiten jou is, bij jou naar binnen komt, waardoor je geraakt wordt. Daar moet je wel voor open staan. Je moet in een gesprek dus goed luisteren, maar ook open staan voor wat jou verder nog wordt aangereikt. Bij het maken van kunst is ook meer nodig dan enkel je gereedschap.
Het is bekend, dat schilders in hun werk iets van zichzelf leggen en ook andere kunstenaars doen dat. Het is vaak iets speciaals, waaraan je de maker kunt herkennen. Zo herken je een Rembrandt aan het licht en een Mondriaan aan de kleurvlakken. Maar om dat speciale te kunnen maken is ook inspiratie nodig. Zonder dat , kan ik zelf mijn penselen wel opbergen, dan lukt het van geen kant. Maar wat is het, waardoor ik geïnspireerd raak? Die vraag is niet eenvoudig voor mij, omdat het verschillende dingen kunnen zijn. Soms is dat een waterdruppel waar de zon op schijnt, op een ander moment is het een woeste wolkenlucht, of ook kan een kind me ontroeren door zijn gedrag. Verder zijn er speciale momenten waarin ik mezelf totaal vergeet, alsof de tijd even stil staat, het ervaren van een stukje eeuwigheid. Dat gebeurde ook bij het luisteren naar het vioolspel van de oude Ivry Gitlis uit Haifa. Het was, alsof ik even in een andere wereld vertoefde. Ik liet me meevoeren op de klanken van de vioolsnaren en kijkend naar die schitterende, doorleefde kop vol rimpels en de ragdunne wit-grijze haardos, dacht ik: dit wil ik schilderen. Dit is zo mooi. Een heel leven staat daar geschreven in diepe plooien en vouwen van het gezicht.
Ik maakte enkele potlood schetsen en foto’s van de violist. Daarna begon het uitwerken in het atelier. Eerst een snelle opzet, om het karakter er in te kunnen leggen. Daarna het echte werk met olieverf. Al schilderend denk ik dan na over dat wonderbaarlijke leven van een mens van 95 jaar. Zijn muziek, zijn Stradivarius, zijn eigen inspiratie. Hij moet wel veel meegemaakt hebben om zijn gevoelens zo kleurrijk via de snaren van zijn instrument door te kunnen geven. Want er is pijn, weemoed, verdriet, verlangen en ook betoverende liefde te horen. Soms roept dat bij mij een gevecht op met verf en penseel, maar er volgt altijd weer een geluksgevoel als die mens die ik schilder, ook echt tevoorschijn komt. Terwijl ik de viool en de strijkstok aandacht geef, hoor ik weer de muziek, alsof die nog natrilt in mij.