Ik neem je mee


Vandaag neem ik je mee. Ik zet je achter in de auto, waar je niet om kunt vallen. Stevig tussen twee zware tassen sta je veilig. Je bent het ook eigenlijk niet zelf, maar het is je as, die in een zware, onooglijke urn is gestopt. Je bent nog behoorlijk zwaar als ik die urn moet tillen, maar dat past wel bij je. Al was je bij leven mooi slank, figuurlijk was je iemand van gewicht, iemand met inhoud, geen oppervlakkig mens. Nu je overleden bent, mis ik soms de interessante discussies met jou over het leven, de dood, je geloof, de veranderende wereld, de huidige regering en meer van dit soort onderwerpen, waarin we soms best van mening verschilden. Nu is het anders. Nu komt er geen weerwoord meer. Het lijkt soms wel of mijn ongebreidelde fantasie de nodige controle en beperking mist.
Vandaag rij ik met jouw urn in een tas naar ons chalet bij het bos. Ik weet zeker, dat het plekje thuis, waar je urn ongeveer een half jaar heeft gestaan, geen ideale omgeving voor je was. Je stond namelijk in de koude winterse garage, tussen tuinmeubels, gereedschap, fietsen, een kruiwagen en verfbussen. Daar zou je je niet thuis gevoeld hebben. Je was immers meer een denker dan een doener. Vooral de uren tijdens de gespreksgroep bij ons thuis over onderwerpen die jou aanspraken, waren voor jou gelukkige momenten. Dan was je in je element. Je had je dan van te voren goed kunnen inlezen over het onderwerp, zodat je goed beslagen ten ijs kwam. Dat paste bij je. Ook het uitoefenen van je beroep als aardrijkskunde leraar hoorde bij jouw liefhebberijen. Daar was je de man met de kennis over de aarde. Die informatie deelde je graag met je leerlingen. Een goed gesprek met een dierbare vriend kon je af en toe ook ontroerend bezighouden.
Ongeveer een half jaar heb ik kunnen nadenken over een betere oplossing voor jouw urn. Die urn een plaats geven binnen in de kamer thuis zou ik niet kunnen verdragen. Je zou dan te dicht bij me zijn. Dan zou ik nooit een beetje los van je kunnen komen. Je invloed op mijn leven, door een soort van aanwezigheid in deze vorm, zou nog te groot zijn geweest. Daarom ben ik een andere plaats voor je urn gaan zoeken.
Ik weet dat je een liefhebber was van bossen. Van kronkelpaden bijvoorbeeld, waar je jezelf liet verrassen door een onverwacht uitzicht na een bocht in de weg. Of vakanties in onbekende landen, waar je nieuwe plaatsen kon ontdekken. Soms hield je ook van de zee en het strand om lekker uit te waaien, je neus in de wind, een fototoestel in je hand.
Je krijgt nu een plekje tussen bomen, maar ook niet ver van de wijde verten. Een plekje waar ik stil kan zitten op een bankje als ik je even heel erg mis. Mijmerend over ons lange leven samen. Een leven waarin we steeds meer samensmolten, deel werden van elkaar en met elkaar verweven raakten. Misschien zal ik me dan mooie momenten herinneren, zal er af en toe een glimlach om mijn mond verschijnen en zal er soms ook een traan over mijn wangen rollen. Dan zal ik weer opstaan, omdat het leven voor mij nog verder gaat. Ik laat je dan achter op die plek en stuur mijn rijke fantasie en levendige energie in een nieuwe richting. Ook wel heel spannend voor mij, maar met al die lieve, trouwe en vriendelijke mensen om me heen gaat het lukken. Al laat ik je achter op die speciaal voor jou gekozen plek, toch blijft een stukje van jou ook bij mij achter. In mij voortlevend als deel van mezelf.