hoe een prop papier begint te leven
Het zijn kleine witte zakdoekjes van papier. Ik smijt ze als proppen richting prullenmand, die in de slaapkamer staat. Half gevuld geeft die een troosteloze aanblik. Een vervelende verkoudheid met koorts en hoofdpijn houdt mij gevangen in mijn bed. Nou is dat niet heel erg, want ik rust ondertussen lekker uit, maar ik kan me niet onttrekken aan het idee, dat ik opeens iemand anders ben. Een vreemde, die reageert op het waterige in mijn hoofd , op een manier die ik zelf nooit zou bezigen. Mijn ledematen voelen lamlendig aan. Mijn ogen willen steeds dichtvallen en mijn hoofd heeft vele kussens nodig om overeind te blijven.
Bovendien had ik allerlei plannen, waar nu een streep door gezet moet worden. Leuke afspraken afzeggen, moeten horen en in gedachten zien, hoe mijn echtgenoot de grote struik in de tuin helemaal alleen verplaatst. Ik weet dat hij het kan, maar zou er zo graag bij zijn, om voor de rest van de planten een andere plek te creëren. Ik zit dus in bed en ben afhankelijk van de goede zorgen van mijn gade. Je daaraan overgeven heeft ook altijd twee kanten. De ene is rustig vertrouwen, omdat je weet dat het goed komt en de andere is denken, dat ik het zelf ook nog wel kan. Maar het lukt echt niet vandaag. Op iedere kriebel in mijn neus volgt een niesbui en daarna weer een nieuwe prop papier in de mand.
Andere soorten papier om mij heen
Om mij heen heb ik andere soorten papier verzameld in de vorm van een krant, een interessant boek van Tomas Halik, mijn dagboek, een bridgeblad en lege vellen om op te schrijven. Lezen in het boek lukt vooralsnog niet. Ik kan de nodige aandacht niet opbrengen. Wat wel lukt is nadenken over hetgeen ik zal schrijven. De column , waaraan ik in gedachten al een poosje bezig was, staat intussen op mijn tablet. Het gaat over een uilenbord en een makelaar die daar bij hoort. Een tweede blog is in wording.
Tegenover mijn bed op een lage witte kast staan twee schilderijtjes, die ik ooit maakte. Het zijn zeilboten, die me herinneren aan vroeger tijden. Mooie en minder mooie momenten passeren de revue in mijn waterige hoofd. Daar op de kast is deze week een probeersel bij gekomen, dat me vandaag steeds bezig houdt. Het was een oefening in grisaille. Met slechts ultramarijn, omber en wit een prop papier schilderen, met kreukels en plooien er in. Daar is veel aandacht, liefde en oefening voor nodig. Het resultaat van een avondje gezellig oefenen met mijn vrienden en mede schilders, staat nu de hele dag in zicht.
Hoe langer ik er naar kijk, hoe interessanter het lijkt. In gedachten volg ik met mijn ogen de diepe plooien. Ik zoek er een weg in, alsof ik in een diepe meditatie mijn innerlijke kern probeer te bereiken. Een weg naar je eigen binnenste , of hoger zelf, vinden is ook een weg van grote oefening. Het is ontdekken dat niet alleen het lichte, het mooie, een onderdeel van jou is, maar ook de schaduwen en de donkerste plooien. Zoals het schilderwerk op de kast nog een verfijning behoeft, zo is het ook met mijn innerlijke weg. Ook daar ben ik nog niet klaar mee.
Ik drink het sap van vers geperste sinaasappels om beter te worden en mijmer in de stilte van deze kamer over de manier waarop papier soms als prop in de papiermand verdwijnt of juist tot leven kan komen op velerlei manieren. In mijn dagboek gebeurt dat bijna dagelijks, via mijn columns min of meer geregeld, door middel van het geschilderde paneeltje op de kast als een oefening in aandachtig kijken en daarna opent het de mogelijkheid tot een zoektocht naar binnen. Helend en verkwikkend.