facebook

Hoe betalen we de veerman?

Het smalle pad voert ons tussen rietvelden door naar de veerpont. Het is er nog stil. De eerste afvaart is om half tien, maar de pont ligt nog niet aangemeerd.  Vanuit Hattem zijn we op weg  naar Blokzijl, waar we de volgende nacht zullen doorbrengen. Onze fietsen zijn zwaar beladen met aan weerszijden grote blauwe fietstassen en voorop nog een stuurtas.  We hebben deze zomer voor een  fietsvakantie gekozen  en het uitstippelen van de route heeft ons in de afgelopen wintermaanden al de nodige voorpret bezorgd. We maken een ruime tocht van ongeveer vijfhonderd kilometer rond het IJsselmeer.  Onderweg  zullen we gebruik maken van slaapadressen die in het dikke boek van “Vrienden op de Fiets”  te vinden zijn en bovendien hebben we kaarten bij ons met alle knooppuntroutes er op, zodat we zelf iedere dag kunnen bepalen waar we langs rijden.

Hattem is een leuke stad met een centrum, waar van alles te beleven valt in deze periode.  We zijn gister ongeveer vier uur aangekomen en omdat het, zoals de hele week al,  zulk prachtig zonnig weer is zijn we op een gezellig terras neergestreken. We weten op dat moment nog niet waar we gaan slapen, dat is iedere dag weer een verrassing.  We zoeken een dag van tevoren een adres op . We maken een keus, bellen op en  dan is het afwachten of er plaats is voor de nacht bij de mensen die we uitzochten. We hebben het liefst een eigen badkamer of nog liever een apart onderkomen ergens in een tuin.  Maar waar slapen we vannacht?  Op het terras vlakbij  ons  zit een meneer, die kennelijk bekend is in Hattem.  Ik vraag hem of hij weet waar de straat is en hoe we daar kunnen komen. Hij weet het echter ook niet zo precies, maar zoekt het  met alle liefde even voor ons via zijn mobiele telefoon en weet ons dan te vertellen dat het een nette buurt is. “Niks mis mee”, is zijn commentaar.  Dat stelt ons helemaal gerust.

Op zijn aanwijzing fietsen we naar een buurt aan de rand van de stad, waar we tussen vijf en zes worden verwacht.   Het is altijd spannend om te ontdekken waar we deze nacht zullen slapen. Is het een grote slaapkamer met balkon, is het een zolderkamer, een luxe bovenverdieping, een benedenkamer of een vrijstaand huisje ergens in een grote tuin?  We geloven onze ogen soms niet. Vandaag  is het super. We krijgen een slaapkamer, een zitkamer en een badkamer.  Er hangen heel dure gordijnen met geborduurde bloemen er op.  Met de eigenares van het huis voeren we ‘s avonds,  nadat we in een gezellig  restaurant zijn gaan eten, een interessant gesprek over de verre reizen die ze maakte en over de aparte souvenirs die ze meenam naar huis en die haar huiskamer een zeer aparte uitstraling geven. 

Vanmorgen blijft ze in haar nette rokje en bijpassend hesje ons nog onderhoudend boeien  met verhalen, naar aanleiding van een boek, dat ons opviel in haar grote boekenkast. We delen gezamenlijke interesses op  het gebied van literatuur, schilderkunst en spiritualiteit . Zulke gesprekken zijn natuurlijk ook vaak  een reden waarom mensen zoals onze gastvrouw, zo gastvrij hun huis ter beschikking  stellen voor fietsers onderweg. Het is een manier om kennis te maken met zeer verschillende mensen .  Vooral aangenaam als je op andere tijden veel alleen bent.

Na een uitgebreid ontbijt maakt ze nog snel wat water warm voor onze thermoskan, zodat we bij de lunch zelf thee kunnen maken. In de ruime hal staan de blauwe tassen al klaar. We laden de fietsen op en mevrouw rent nog even naar boven om te zien of we niets vergeten zijn.  Dan pakt ze nog snel een kaart van de omgeving en wijst ons daarop de meest geschikte route naar de veerpont over de IJssel. Het is negen uur als ze ons uitzwaait  en dan begint onze volgende tocht via onbekende wegen met allerlei nieuwe verrassingen.                                      

Terwijl de veerpunt vanaf de overkant onze oever nadert, zoek ik alvast mijn beurs op, want met die zwaar beladen fietsen in de hand is het moeilijk om ook nog in je tas te moeten zoeken om geld voor de overtocht.  Terwijl ik rustig mijn voortas doorzoek, gaan mijn gedachten even naar de oude Griekse mythe van de veerman  Charon , die de overledenen  over de rivier de Styx moet varen naar het land van de doden en daarvoor ook een muntstuk vraagt.  Uiteindelijk spreekt de god Hades aan de overkant dan een oordeel over hen  uit.

 Ondertussen pak ik  de routekaart uit mijn tas,  de planning op papier  voor vandaag met de nummers van de knooppunten , de appels die we op het laatste moment ook nog mee kregen en die onze gastvrouw nog snel even onder de kraan schoonwaste,  maar ik zie mijn beurs niet. Geen geld, geen pinpas, geen rijbewijs, geen bewijs van lidmaatschap van Vrienden op de fiets.  Ik schrik en besef dat we zo niet verder kunnen reizen.  We keren onze fietsen weer de andere kant op.  Er zit niets anders op.  Een dik kwartier terug naar de plek waar we sliepen. De beurs moet  nog op de eettafel zijn blijven liggen. Daar hebben we hem gebruikt bij het afrekenen na het ontbijt. De veerman  moet nog maar even op ons wachten, we nemen een latere pont.

Er komt ons nog een mevrouw tegemoet, die met hoge snelheid de pont nog  tracht te halen. We maken ruimte op het smalle pad, maar ontdekken dan , dat het onze gastvrouw is. We hadden haar niet zo snel herkent, omdat ze met wapperende haren  er zo heel anders uitziet dan bij het ontbijt. Met een rood gezicht van inspanning en een bloedplekje op haar voorhoofd heeft ze in haar haast om ons te bereiken zeer snel haar eigen fiets uit de garage gehaald en is ons achterna geracet.  We laten bij de slaapadressen  geen adres achter, alleen soms onze namen en een telefoonnummer. ” Ik wist niet  waar ik die beurs naar toe moest sturen.  Ik was zo bang dat die veerpont al weg was.  Daarom heb ik heel hard gefietst”.  Met een diepe zucht overhandigt ze ons de beurs. Wat een pracht mens. Wat zijn we blij, dat we haar hebben ontmoet. En wat zijn we blij, dat we niet aan de oever van de Styx staan , maar gewoon aan de lieflijk stromende IJssel en dat we aan de overkant onze weg kunnen vervolgen.



Reacties zijn gesloten.