Een schoon palet

Met een smalle beitel ben ik verwoed aan het krabben. Ik gebruik daarnaast ook grof schuurpapier en een lap met terpentine. Het zijn dingen die toevallig in de buurt liggen. Ik zou ook naar de garage kunnen lopen om een schuurmachine te zoeken of een bredere beitel uit de gereedschapskist te halen, maar soms neem ik gewoon die moeite niet en begin alvast aan een klus die volgens mij beslist moet gebeuren. Het is mijn schilderspalet, dat vol met dikke lagen opgedroogde olieverf zit en nu aan een opknapbeurt moet geloven. Ik heb er wel even over nagedacht om mezelf veel werk en moeite te besparen en dus een nieuw exemplaar aan te schaffen, maar iets weerhoudt me daarvan. Dit palet vertegenwoordigt namelijk mijn jarenlange strijd met verf en penselen. Van al mijn schilderijen is er tijdens het schilderen een soort verbinding met dit palet ontstaan. Al werkende met dit attribuut in mijn linker hand of op mijn schildertafel, hebben de werken langzamerhand hun uiteindelijke vorm gekregen. Op dit kleine stukje hout heb ik de kleuren gemengd, de verf uit de tubes geknepen en gezocht naar een juiste balans in het kleurenpalet. Bijna een kwart eeuw aan inspiratie heb ik met dit stevige plankje gedeeld. Ik kan er geen afstand van doen. Dus krab en schuur ik met alle kracht die ik heb steeds verder, want ik kan niet geïnspireerd werken aan een smerig palet. Ik heb om goed te kunnen schilderen een breed overzicht nodig en een lege basis, van waaruit mijn schilderij kan ontstaan.
Terwijl ik deze winterperiode druk bezig was aan een kleurrijk schilderwerk, kreeg een vreemde griep mij te pakken. Een duizeling in mijn hoofd noopte me om mijn penselen zomaar neer te leggen en een paar dagen in een ander vertrek mijn ledematen te laten rusten en mij over te geven aan een genezingsproces van enkele dagen. De ongebruikte verfklodders op mijn palet, droogden op en ondanks een gedeeltelijk herstel daarna, bleven de schilderspullen in mijn atelier een poosje onaangeroerd. Er staan nu ook een paar lange, zwarte penselen in een pot met verfoplosser, om de haren hun oorspronkelijke zachtheid weer terug te geven.
Kon ik maar met een beitel en schuurpapier ook mijn nog verstopte neus en voorhoofdholtes weer schoonvegen. Want voor mijn hoofd geldt hetzelfde als voor mijn palet. Er is ruimte nodig om de verbinding te kunnen leggen met de plaats waar mijn inspiratie vandaan komt. Dus slik ik twee witte tabletjes om me beter te voelen, maar het schijnt, dat de griep veel meer invloed heeft dan ik op dit moment besef. Misschien moet ik de doos met een ouderwetse rode lamp uit de kast tevoorschijn halen of toch een rhino hoorn gaan kopen om mijn holtes te spoelen met zout water. Ik wil helemaal niet lang ziek zijn. Misschien helpt ook een wandeling buiten, denk ik dan. Dik ingepakt met warme muts op en dikke sjaal om mijn hals, trotseer ik even later de elementen. Terwijl een koude wind me probeert op andere gedachten te brengen, stap ik overmoedig door. Mijn voeten in dikke schoenen wenden mij richting de oude spoorbaan en ik probeer mijn gedachten ondertussen op te schonen, maar het lukt nog niet erg. Misschien moet ik maar gaan schrijven vandaag, denk ik. Een verhaal over mijn palet zou kunnen en opeens weet ik het zeker. Ik kies vandaag voor de pen in plaats van mijn penselen. Toch inspiratie, al is het in een andere richting dan ik nodig vond. Soms moet je daar gewoon aan toe geven.