De big shopper
Als ik de bont gestreepte big shopper van kunststof uit de onderste la trek, waar hij altijd voor het grijpen ligt, denk ik na over de vreemde naam die hij kreeg. We zijn hem turkentas gaan noemen. De ruime tas stond ooit symbool voor mensen op de vlucht, maar tegenwoordig wordt hij ook veel gebruikt door mensen op reis of op vakantie, nemen allochtonen hem mee en is hij heel geschikt voor opruimers. Die tas gebruik ik vaak om onze kleding in te vervoeren als we een poosje naar ons vakantieverblijf gaan, maar nu ik erover nadenk, vind ik vreemd, dat de tas deze naam heeft gehouden en zelfs op die manier vermeld staat in het woordenboek.
Vandaag zijn er ook mensen op de vlucht. Ze verlaten in grote haast hun eigen land, dat door de Russen wordt bestookt met granaten, bommen en geweervuur. Het is oorlog in Oekraïne. Via allerlei kanalen komt de informatie bij ons binnen. We zien vooral veel beelden op de tv. En in de krant. Vrouwen en kinderen met tassen en koffers. Ze hebben alles in de steek moeten laten. Alleen wat in een tas past of in een kleine koffer zeulen ze mee.
In de slaapkamer vouw ik lange broeken dubbel onderin de tas, daarop komen iets zwaardere truien, lichtere blouses en overhemden leg ik bovenop. Maar wat nemen vluchtelingen mee? Hebben ze tijd om er over na te denken? Als het opeens zo ernstig is, grijp je denk ik wat je zo snel mogelijk kunt pakken. Misschien is hun huis al geraakt, zaten ze al in een schuilkelder of liepen op straat toen ze wegvluchtten.
We pakken onze auto in vandaag en rijden een uurtje op weg naar de rand van het bos, dicht bij het IJsselmeer. Maar waar gaan die vrouwen uit oorlogsgebied naar toe? Hebben ze wel vervoer? Soms zien we ze lopen langs de weg, richting het vrije Westen. Zo ver mogelijk bij het gevaar vandaan. Soms komen ze aan bij de grens met een auto, een bus of een trein. Onzeker van de plek waar ze vannacht zullen slapen. Ontheemd, onzeker, ongerust.
Wij sluiten onze huisdeur achter ons wetend, dat we over een poosje weer terug zullen zijn. De planten hebben water gehad, de tuin is verzorgd en de buren passen op de vuilcontainers. Alles is geregeld. De vluchtende vrouwen hebben hun huizen ook achter zich gelaten, maar misschien is hun huis intussen wel weggevaagd, beschoten of veranderd in puin. Zullen ze daar ooit nog terugkeren? Zal die lekkere stoel er nog zijn, het bed dat de vrouwen deelden met hun mannen, die nu moeten meevechten tegen de vijand? Die fotoboeken met alle beelden van mooie zomers, de vrienden in de buurt, de warme herinneringen waar zijn ze dan?
In de koffers zitten vast geen albums, geen schilderijen, geen boeken noch andere dingen waar mensen vaak zo aan gehecht zijn. Alles moesten ze achterlaten, hun bezittingen, hun woonplek en hun land. Daar gaan ze dan, de vrouwen, kinderen en oudere mensen op weg naar een onzekere toekomst, naar een land dat ze niet kennen, naar een plek, waar vreemde mensen wonen en waar ze afhankelijk zijn van hulp die geboden wordt.
Alleen die tas, alleen die koffer is wat ze nog hebben van zichzelf. Waar komt het dan op aan? Wat is belangrijk in dat vreemde land? Hoe hou je het vol? Misschien is dat niet voor iedereen precies hetzelfde, maar ik vermoed dat er een kracht ontstaat, die sterker is, dan ik ooit voor mogelijk hield. Een kracht, die van binnenuit komt. Een soort oerkracht, die vrouwen op de been houdt. Die hen wil laten leven en die helpt om mogelijkheden te zoeken om te overleven.
Ook in dat vreemde land, steken vrouwen de armen uit de mouwen, zorgen ze voor hun kinderen, zoeken ze een weg om te gaan, maken ze hun leven weer zinvol. Ik zie vrouwen een winkel opzetten met maaltijden om te verkopen, zie ze naaien en lesgeven. Er straalt hoop uit. Hoop op een andere toekomst, een toekomst die beter is, straks als de oorlog voorbij is. Dan gaan ze misschien ook terug om hun land weer op te bouwen. Sterke vrouwen, die luisteren naar de oerkracht in hun wezen.
Ik pak de grote tas weer uit in Zuid-West Friesland. Leg de kleren in de kast en vouw de dunne tas weer op. De tas is oersterk, gaat al vele jaren mee en zal me vanaf nu altijd herinneren aan die oerkracht in vrouwen die zich laat gelden als het er op aan komt.