Appeltaart
Het hangt helemaal uit elkaar, mijn oude kookboek. De bladzijden zijn aan de randen bruin verkleurd. Het stevige kaft is ooit al eens met plakplastic bekleed, wit met roze bloempjes, maar mist na zestig jaren de brede rug, die alles zou moeten verbinden. Hier en daar zit een scheur in het papier en zie je omgevouwen hoeken. Tussen de 445 bladzijden zijn soms papiertjes met aantekeningen te vinden, vaak zijn het recepten die een aanvulling zijn op wat er in het oude boek al aan ideeën staat geschreven. Soms zit er zelfs een passend gedicht in dat Sinterklaas ooit voor me maakte.
Ik weet het nog goed. Ik kreeg in het 1965 van mijn toenmalige schoonmoeder, in het jaar dat ik met haar zoon trouwde. Een kookboek van Margriet. En hoewel ik het cadeau op dat moment beslist betuttelend en bemoeizuchtig vond, heeft het in de afgelopen zestig jaar goede diensten bewezen. Natuurlijk wist die mevrouw wel, dat ik toen helemaal niet goed kon koken en daar ook niet zoveel belangstelling voor had. Waarschijnlijk maakte ze zich zorgen om het lichamelijke welzijn van haar dierbare zoon, in een huwelijk met iemand wier belangstelling naar heel andere dingen uitging dan naar de kookkunst.
Vandaag zoek ik bladzijde 338 op, omdat daar de lekkerste appeltaart beschreven staat die ik maar kan bedenken. Links naast de tekst staan de ingrediënten in dikke letters aangegeven en door het hele boek verspreid vind je grappige tekeningen om de pagina’s mee op te fleuren. Zo langzamerhand ken ik het recept van de taart al wel uit het hoofd, maar toch sla ik het boek iedere keer nog weer even open.
Mijn oudste kleinzoon is even op bezoek en hij kijkt verbaasd naar het oude, gekneusde kookboek en de weegschaal die ik voor de ingrediënten gebruik. Die is van het merk Zenith. Het metalen schaaltje waar ik het meel in moet wegen, is er na het vele gebruik niet mooier op geworden, maar ik ben verknocht geraakt aan het geheel. Kleinzoon vraagt nieuwsgierig hoe dat voor hem zo onbekende apparaat werkt. Ik leg hem het ingenieuze schuifsysteem uit, waarbij je wel tot zeven kilo kunt afwegen. Hij is snel van begrip, maar is in deze moderne tijd heel andere apparaten gewend. Terwijl mijn handen even later het deeg kneden voor de taart gaan mijn gedachten terug naar die jaren zestig en ik ben me opeens bewust van alles wat er veranderde in de jaren die volgden. Hoe ik zelf van jonge vrouw langzaam oud werd en hoe de jaren invloed hadden op mijn binnen- en mijn buitenkant.
Nu de taart klaar is en een heerlijk geur zich verspreid door de keuken, valt mijn oog voor het eerst ook even op de eerste bladzijden van het oude boek. Ik lees er dat de grappige tekeningen van I. Spreekmeester zijn. De teksten zijn samengesteld door deskundigen van “Margriet” met medewerking van de Voedingsraad. Het valt me op, dat de eerste twaalf bladzijden ingeruimd zijn voor de onderwerpen tafeldekken en tafeldienen. Want, zo staat er, “omdat de dagelijkse maaltijden het hoogtepunt van de dag vormen, moet er aan het “uiterlijk “daarvan de nodige zorg besteed worden”.
Dit boek valt misschien een beetje uit de toon tussen alle moderne kookboeken op mijn keukenplank, maar ik begin er zelf zo langzamerhand ook een beetje anders uit te zien tussen alle jongere mensen. Ik heb rimpels waar ze eerder niet waren, er komen vreemde vlekken op mijn huid en soms ontdek ik een verborgen wrat of puistje. Het geeft niet, Het is maar de buitenkant. Misschien ontdekt iemand in mijn innerlijk , net als binnen in het boek, ook vrolijke tekeningen die mijn wezen iets extra’s geven en blijf ik voor insiders een boek vol waardevolle ideeën.