Aanpassen en flexibel zijn
De avondwind brengt verkoeling tijdens deze warme zomerdagen. Buiten is het aangenaam en het lijkt wel, of we nu pas het gevoel hebben dat we iets kunnen gaan doen. Het slome lanterfanten waartoe de tropische middagtemperaturen ons noopte, breekt ons een beetje op. Natuurlijk passen we ons aan en blijven op deze warme dagen zoveel mogelijk binnen en in de schaduw, maar we moeten wel wennen aan deze hitte, die wellicht het gevolg is van een klimaat verandering.
Ons tuinwerk begint in de koelere avonduren. Terwijl we de meterslange, uitbundig slingerende takken van een wilde roos verwijderen uit de struiken, zodat er weer wat ruimte komt, ontdekken we in de tuin, dat aan verschillende bomen het blad al een beetje verkleurt. Op de grond ligt een geel bladertapijt, hoewel het nog maar half augustus is. Nu er al een poos geen regen is gevallen en de bodem inmiddels kurkdroog is, hebben de bomen dorst. Ze passen zich ook aan door zich te ontdoen van een deel van hun bladerdak. De natuur zit mooi in elkaar.
De Ginkgo boom
Eerder deze week zag ik een wel heel bijzondere boom, die zich door de eeuwen heen op velerlei manieren wist aan te passen. Hij veranderde zelfs van naald boom in een soort loofboom, de Ginkgo boom. Met zijn zacht groene kleur en aparte bladvorm valt hij dadelijk op naast een modern chalet op een camping. Ik herinner me bij het zien van die boom weer de verhalen van onze gids tijdens een vakantie in Weimar. Ooit woonde de filosoof, schrijver en dichter Johann Wolfgang von Goethe in Weimar. Hij was helemaal weg van de Ginkgo boom en liet vele exemplaren van de boom planten in en rond Weimar. Hij maakte over het unieke blad van de boom zelfs een gedicht voor zijn geliefde Marianne von Willemer.
Levend fossiel
Terwijl ik me zorgen maak over de grote veranderingen in ons klimaat en de tegenstellingen tussen grote droogte, die vaak gepaard gaat met bosbranden en daarnaast in weer andere landen woeste overstromingen, of het smelten van de ijskappen en gletsjers, weet ik ook, dat de natuur sterk is en zijn eigen manier vindt om te overleven door zich aan te passen, zoals de Ginkgo boom die ook wel gezien wordt als een levend fossiel, omdat het de enige soort is die overbleef van een orde van bomen, die tijdens de Jura periode ( 200 – 145 miljoen jaar geleden ) op aarde bestond en veel grote natuurrampen overleefde.
Tempelboom
Rond het begin van onze jaartelling was de boom bijna uitgestorven. Alleen in het westen van China leefde de boom nog steeds in het wild. De Chinezen ontdekten de geneeskracht van de boom. De bladeren zouden goed zijn voor de bloedcirculatie, het geheugen en de longen. Rond 800 namen de Boeddhisten de boom mee naar Japan. Ze plaatsten hem naast hun tempel, zodat hij de naam Tempelboom kreeg.
Bij de atoomaanval op Hiroshima ( 6 augustus 1945), waarbij een Japanse tempel werd geraakt en zwaar beschadigd, bleek de Ginkgo die naast de tempel stond, gewoon weer uit te lopen. Het was de eerste boom die weer begon te bloeien. Daardoor word de boom ook wel gezien als teken van hoop.
Nu begrijp ik ook de keus van Goethe voor deze speciale boom. Hij staat symbool voor overleven, aanpassen, geneeskracht, heiligheid en hoop. In het gedicht voor zijn geliefde beschrijft Goethe het blad als eenheid, maar ook als gescheiden in twee delen. Hij vergelijkt zijn min of meer door de liefde verscheurde innerlijk met het blad als hij zegt in een vertaling: “ Voel je niet dat ik in tweeën, eenling ben in mijn gedicht?” Fuhlst du nicht an meinen Liedern, dass ich eins und doppelt bin?
Zo kan ik leren van een boom die zich staande weet te houden door zich aan te passen aan de omstandigheden. Ik kan ook wijsheid opdoen door te denken aan het speciale boomblad dat volgens Goethe een geheim bevat. Een eenheid uitstralen en toch een twee eenheid zijn.